Een uitnodiging voor onze lezers

WhatsApp%2BImage%2B2021-04-04%2Bat%2B19.22.39.jpg

Toen ik klein was, had ik vaak moeite met in slaap komen. Ik weet niet meer of ik me echt zorgen maakte over specifieke dingen, maar wel herinner ik me dat ik het concept van slapen heel erg spannend vond. Want wanneer gaat dat bewustzijn over in slaap? Het ene moment zijn je ogen open en het andere ben je weg. Wie zei me dat ik ook weer wakker zou worden? Dat het slapen ook weer op zou houden en over zou gaan in bewustzijn?

Besef
Er was een periode waarin ik, zoals zoveel kinderen, ’s ’nachts wakker gemaakt moest worden om naar de wc te gaan. Soms herinnerde ik me die nachtelijke tripjes nog, maar vaak ook niet. Ik weet nog heel goed dat ik dan op de wc zat te denken: “nu weet ik dat ik hier zit. Ik zie mijn voeten en de zwarte tegel vloer. Ik ben hier bij. Maar morgen weet ik misschien niet meer dat ik hier zat. Was het dan wel echt? Zat ik dit gisteren ook te denken maar weet ik dat nu niet meer?”

Ongrijpbaar
Het was een raar soort besef van het ongrijpbare. Maar voor mij ook vooral een besef van controleverlies. Het deel van het leven waar ik niets over te zeggen had en niets aan kon veranderen. Dat vond ik maar niets. Dus deed ik het enige dat mijn kinderbrein kon bedenken om te zorgen dat ik zeker wist dat het weer ochtend zou worden en mijn ogen weer open zouden gaan. Dat was mijn naar-bed-breng- ouder ertoe dwingen om duidelijk “tot morgen” tegen me te zeggen. Het net zolang te blijven herhalen totdat het terug gezegd werd tegen me. Dan kon God of wie er dan ook de baas was van dit alles toch niet meer zeggen “nee deze keer wordt het geen ochtend meer”. Want wij hadden een belofte! Samen! En dus zou het zo zijn!

Angst
Jaren later, in mijn eigen burn-out en vooral in mijn angst en paniekaanvallen, realiseerde ik me op een gegeven moment dat ik geen vertrouwen had. Ik vond het leven een enge plek. Alles kon zomaar met je gebeuren. Ik zou onder een auto kunnen lopen, de buurman zou kunnen beslissen me iets aan te doen en de liefde van mijn leven kon zomaar besluiten bij me weg te gaan. Ik was bang. Eigenlijk altijd. In meerdere en mindere maten had ik altijd last van de drang om te zoeken naar veiligheid en een vangnet. Ik vond die veiligheid in de mensen om me heen toen ik fysiek niet meer kon en zij mij hielpen met boodschappen doen, koken en mijn kind verzorgen. Maar het was niet genoeg. Het is niet genoeg voor mij. Vertrouwen op de mensen om me heen is ook eindig. Ik verlangde naar iets algemeens. Een grond om op te bouwen. Een baseline van vertrouwen.

Opzoek
En dus ging ik op zoek naar meer. Naar een manier om te kunnen zijn met wat het leven brengt. Ik deed een cursus mindfulness, ontdekte verschillende manieren van yoga en probeerde verschillende ademhalingstechnieken en oefeningen uit. Maar het bracht me niet dichter bij vertrouwen. Het hielp me wel! Het gaf me gereedschap om het moment aan te kunnen als ik er doorheen zat en het gaf me een manier om in het algemeen beter voor mijn lichaam te kunnen zorgen en rust te ervaren. Maar het bracht me niet dichter bij vertrouwen. Wat ik zocht was overgave. Dat besef dat ik deel uitmaak van het leven in plaats van het leven van mij. De acceptatie dat ik niet aan het stuur zit en het leven niet zo maakbaar is als ik vaak wil dat het is. Ik moest op zoek naar mijn eigen hogere Macht. Dat gene buiten mezelf wat me draagt als mijn menselijke vlees het niet meer kan.

Machteloos
Als je wat verder rond gekeken hebt op deze website, zal het je vast niet ontgaan zijn dat het woord God vaker wordt genoemd. Dit zal misschien voor sommige afstotend zijn. Iets waar je niets mee te maken wilt hebben of waar je bepaalde ideeën over hebt. Voor anderen zal het begrip God misschien juist wel troostend zijn. Wat ons betreft is alles welkom. Je hoeft niet te geloven, je hoeft niet te gaan geloven en je hoeft niets anders te worden of denken dan wat je nu bent en weet. Maar ik zou je wel willen uitnodigen om te kijken naar je eigen leven. Naar alle momenten waarop jij je klein hebt gevoeld. Waarin jij jouw eigen vorm van controle verlies hebt ervaren. Als mensen delen we denk ik allemaal een gevoel van onmacht. Dingen die in ons of om ons heen gebeuren waar we niets aan kunnen veranderen. Die we niet snappen en ook niet willen begrijpen. Waar we het niet mee eens zijn. Geliefden die lijden, de dood die ons omringt en angsten die ons ‘s ’nachts wakker houden. Dat zijn denk ik de makkelijke aanwijs punten voor machteloosheid.

Verwondering
We delen echter denk ik ook allemaal de ervaring een deel te zijn van een groter geheel. Ik kon de morgen niet afdwingen. Niet voor iedereen in mijn leven werd het altijd weer ochtend hoe hard we ook beloofden! Maar toch was de ochtend er wel. Toch kwam altijd de zon weer terug na regen en grijsheid. Na de winter kwam de lente. Na pijn en verdriet kwam ook altijd weer vreugde. Zonder dat ik daar iets voor deed. Dat besef was mijn eerste stap naar het vinden van mijn hogere macht.

Overgave
Als ik tegenover de zee sta, waar ook ter wereld, voel ik me altijd geborgen. Het is voor mij de meest snelle manier om te beseffen dat het geen slecht ding is dat ik me vaak machteloos en klein voel, maar ook juist een opluchting. Dat ik maar een miertje ben op deze hele grote aarde. Het helpt me uitzoomen en anders naar mijn eigen problemen, gedachtes en gevoelens te kijken. In het grote geheel zijn ze maar zo ontzettend klein.

Loslaten
Met dat besef kan ik makkelijker loslaten. Dat wat pijn doet, doet nog steeds pijn, maar het is niet meer alles wat er is. Pijn heeft voor mij namelijk de neiging om mijn wereld heel erg klein te maken. Te zorgen dat ik niets anders meer zie dan mijn eigen persoonlijke donderwolk. Het is een eenzame, uitzichtloze plek om te zijn. Er groeit maar weinig en nieuwe ideeën vinden er maar spaarzaam grond. Het gaat alleen maar over mij. Mijn probleem en als ik geluk heb misschien mijn oplossing, maar that’s it. Daar tegenover die zee weet ik weer dat er zoveel meer is. Dat mijn hoofd een speldenprik-eilandje is in een oceaan vol kennis, vol oplossingen, vol hoop en vooral vol liefde. Ik kan weer zien dat zoeken naar de oplossing voor mijn eigen probleem in mijn eigen hoofd waarschijnlijk niet de meest vruchtbare plek is. Dat de wereld ook zonder mijn gepieker wel blijft draaien en dat er altijd weer een moment komt dat het zonnig wordt. Zonder mijn bemoeienis.

Hogere macht
Wat als je die momenten God kunt noemen? Zou je dan wel de boodschap kunnen horen waar je anders misschien je oren voor sluit? Is het dan makkelijker iemand anders z’n ervaring met hoop vanuit God te begrijpen? Als we weerstand voelen, zouden we ‘god’ kunnen opvatten als acroniem voor “Good Orderly Direction”. Liefde, Moeder aarde, het universum. Die ene plek waar jij hoop vindt. Dat moment waarop je niet langer hoeft terug te grijpen of het ongrijpbare moet afdwingen, maar waarop je vertrouwt dat wat er zal zijn (wat er is) goed is. Het gevoel waardoor je met rust en overgave je ogen sluit en weet dat het weer ochtend wordt. En voor mij persoonlijk het gevoel waardoor ik weet dat ook al ben ik bang, ik dat niet HOEF te zijn. Dat er niets te vrezen is. Dat ik veilig ben.

Een groter geheel
Mag ik je uitnodigen om dit artikel, deze site en de mensen die je hier zult treffen te benaderen met een open geest en een focus op dat grote geheel? We hoeven het niet met elkaar eens te zijn om naar elkaar te luisteren en we hoeven niet hetzelfde te zijn of te geloven om van elkaar te leren. Laten we aan het eind van de dag tegen elkaar zeggen “tot morgen!” Niet om een nieuwe dag af te dwingen, maar om te beloven dat we het samen doen. We zijn allemaal machteloze kleine miertjes, niet gemaakt om in ons eigen hoofd de antwoorden te vinden. Het leven bestaat voor mij nog steeds uit die ongrijpbare momenten die ik niet snap en me negen van de tien keer nog altijd uit mijn slaap houden. Maar het verschil met de ervaringen in mijn kindertijd alleen in mijn bed is dat ik nu weet dat ik het niet hoef te begrijpen om het te laten werken. Als ik bang ben, mag ik om hulp vragen om het samen te doen. Niet omdat we het dan samen afdwingen, maar omdat we samen kunnen berusten in onze menselijke onmacht. Ik ben deel van een groter geheel. En ik vertrouw erop dat dat grotere geheel het beter weet dan ik.

Dat is wat ik God durf te noemen.

Previous
Previous

Praten met iemand in een burn-out

Next
Next

Hoop vinden in een pandemie deel 4