Hoop vinden in een pandemie deel 2

IMG_6251.jpg

In deze dagen die zich een beetje eentonig aan elkaar rijgen, vraag ik me vaak af wat ik aan het doen ben. Waar werk ik eigenlijk naartoe? Wanneer is dit over? Wordt het ooit nog wel normaal? Op dit moment houd ik mezelf vooral vast aan het begin van de lente. Licht, zon, warmte. Misschien zal dat mijn hart ook weer wat lichter en warmer kunnen maken.
Misschien zal het ontmoeten van vrienden zonder teveel risico’s dan ook weer makkelijker worden. Misschien mag ik dan weer vaker achter mijn laptop vandaan en meer buiten doen wat ik leuk vind.

Uitzichtloos
Tegelijkertijd ben ik me ervan bewust dat ik meer nodig heb. Het voelt te uitzichtloos. Niet alleen de dingen die we niet meer mogen maar ook de stroom van angst, falen, boosheid en verwarring die via het nieuws, social media en tv mijn huiskamer binnenstromen. Ik wil niet meer. Ik wil een uitknop. En dus droom ik van dagen vol zon waarin ik op vakantie kan naar een ver oord, terwijl ik doodsbang ben voor vliegtuigen, en van een nieuwe baan met meer verantwoordelijkheden, terwijl ik soms bijna verdrink in de to do list die ik mezelf nu al opleg. Het maakt niet uit als het maar anders is dan dit. Als we maar weer vooruit mogen. Weg van hier.

Ruimte
Ik committeer me aan de zoveelste sport challenge, sta nog vroeger op, ga nog eerder naar bed, zet mijn telefoon vaker uit, verwijder apps en ga vaker naar buiten wat voor weer het ook is. Kleine Disney prinsessenpleisters van het Kruidvat zijn het op wonden die eigenlijk gehecht moeten worden. Tot ik weer zo moe word van mezelf dat ik ermee stop. Stop met alles wat moet en wat iets van me vraagt. Dat ik mezelf toesta om verdriet te hebben om waar we nu zijn. Verdriet, boosheid en angst. Het geeft me ruimte om te zien wat er wel is. Dat ik niet iets anders nodig heb of ergens anders hoef te zoeken om een oplossing te vinden. Ik ben er al. Het is er al. Hier en nu.

Vechten
Waar ik echt naar op zoek ben, is rust. Overgave aan de situatie waarin ik zit. Maar om daar te komen ga ik altijd eerst vechten, want een uitnodiging tot overgave voelt voor mij als een bedreiging. Alsof ik op de straat moet gaan liggen voor een bulldozer. Hoe kan ik nou toestemming geven voor deze verplettering?! Overgave voelt als een vies woord, iets wat zwakke mensen doen. Ik geef me niet over, ik zal vechten en daar zal ik trots op zijn ook!

Overgave
Maar al dat vechten maakt me moe. Ik voel het in mijn lijf, in mijn hoofd en in mijn hart. Ik wil niet meer. En dus komt er altijd een moment waarop het liggen voor die bulldozer makkelijker voelt dan doorgaan met vechten. Oké, doe dan maar die verplettering. Terwijl ik daar lig, verslagen en vol zelfmedelijden, kom ik steeds opnieuw tot dezelfde conclusie:
overgave is bevrijding.

Er is meer
Die bulldozer is altijd onbemand. Hij staat daar gewoon stil met niemand erin terwijl ik daar als een debiel in mijn eentje een hele oorlog stond te voeren. Ik heb liggend op die weg eindelijk tijd om op te kijken naar de blauwe lucht, de vogeltjes, de mensen, de wereld. Er is meer dan mijn strijd. Véél meer. Daarin vind ik mijn overgave: niet in de acceptatie dat ik verpletterd ga worden, maar in het zien dat er zoveel meer is dan ik en mijn probleem. Overgave is ruimte maken voor een uitkomst die ik niet had bedacht. Het is oké zijn met dat wat er nu is, niet omdat het fijn is of goed maar omdat het nu eenmaal is wat er is. In dit Nu.

Hoop
Hierin vind ik mijn hoop. De wereld draait gewoon door en het leven nodigt me simpelweg uit om te voelen. Om niet te vechten tegen die boosheid, de angst en de verwarring maar er middenin te gaan zitten en me te realiseren dat ik een mens ben middenin al die emoties, gebeurtenissen en gevoelens en niet andersom.

Verbinding
Ik vind die hoop steeds opnieuw niet in mijn eigen hoofd maar in verbinding met hen die hetzelfde zoeken als ik. Die op hun manier ook vechten en zich dan weer overgeven en volledig mens willen zijn in dit Leven. Zij herinneren mij eraan dat het feit dat ik hoop zoek, eigenlijk betekent dat ik hem al heb gevonden. Zonder hoop kon ik namelijk niet zoeken. Zij herinneren mij eraan dat er meer is dan mijn strijd en mijn lijden. Zij herinneren mij eraan dat ik niet alleen ben en het niet alleen hoef te doen. Zij herinneren mij eraan dat overgave een plek is van liefde in plaats van opgeven. In hen vind ik hoop dat het goed is hoe het nu is, simpelweg omdat het is waar we nu zijn.
Samen.

Previous
Previous

Hoop vinden in een pandemie deel 3

Next
Next

Hoop vinden in een pandemie deel 1