Het pad omhoog

Aanvullend op wat op deze site geschreven is over burn-out, de invloeden van corona en kwetsbaar zijn, lijkt het me goed om ook een andere kant te weerspiegelen. In dit stukje gaat het om vragen als: wat heeft deze pijnlijke ervaring mij aan inzicht geschonken? En: hoe heeft juist dit verdriet mij krachtiger gemaakt? Om het anders te verwoorden: hoe kan een voor het gevoel neerwaarts pad achteraf een pad omhoog blijken te zijn? Graag deel ik hier ervaringen en inzichten aan de hand van mijn levensloop. 

Twintig jaar 
Zoals elders beschreven was ik naar ‘de grote stad Amsterdam’ vertrokken vanuit Den Helder. Ik was niet alleen onzeker, maar liep ook makkelijk vanuit een te grote naïviteit in zeven sloten tegelijk. Ik had weinig contact met mijn eigen kern, mijn eigen ‘midden’. Na één jaar studeren resulteerde dat in buikpijn en somberheid. En eigenlijk was ik ook te verlegen om goede hulp te zoeken. Dus het was een eenzaam gebeuren, wat mijn twintiger jaren donkergrijs heeft gekleurd. Als ik ’s ochtends de gordijnen opendeed, vroeg ik me af waarom ik dat deed. Ik had innerlijk zo’n stilstaand gevoel, dat ik me erover verwonderde dat mijn haar gewoon doorgroeide. Mijn perspectieven voelden uitzichtloos.

Dertig jaar 
Gek genoeg haalde ik in die periode toch mijn studie klinische psychologie. Ik had een vaag besef dat ik in de toekomst mensen geestelijk wilde helpen. Maar dat gevoel durfde ik in die tijd niet verder uit te werken voor mezelf. Ik maakte huizen schoon voor gezinnen en oude mensen en paste op kinderen. En dat werk ging nog een tijdje door, ook al had ik inmiddels die bul op zak. Ik stond zo mager en verdrietig in mezelf dat die bul in die tijd weinig betekende. Ik zocht naar een pad omhoog, naar zin, religieus houvast, mystieke verbinding. Mijn dertiger jaren vulden zich zoekend naar heling, theologische leringen en zinvinding. Er kwam gaandeweg zowaar wat verlichting in mijn buik en in mijn hoofd.

Veertig jaar 
Nog steeds was er angst voor buikpijn. Maar ook angst om mezelf neer te zetten, mijzelf te manifesteren, te communiceren in overeenstemming met [of: vanuit]wie ik was en wat ik vond of voelde. Ik werd me heel langzaam bewuster van mezelf en wat ik hier te doen heb. Ik mediteerde. Eerst ging mijn aandacht uit naar emoties, emoties en nog eens emoties. Maar ik leerde me ook te richten op Iets dat boven mij uitstijgt, Iets waar ik op leerde te vertrouwen, iets dat een basis gaf aan mijn leventje. Ik leerde me af te stemmen op het bovennatuurlijke in plaats van me altijd maar te laten bepalen door het natuurlijke, mijn emoties, angsten, de staat van mijn lichaam, de wens van mijn omgeving et cetera. Mijn innerlijke zintuig begon zich te ontwikkelen. Ondertussen haalde ik tegen mijn eigen negatieve verwachtingen in mijn tweede bul.

Vijftig jaar 
Gaandeweg vormde zich al vallend en opstaand een besef van eigenheid, individualiteit, persoonlijke interesses en visies. En daarin een soort van nieuw besef over wie ik werkelijk ben en waarvoor ik leef en doe en ga en ben en zelfs waartoe ik in staat ben. De negatieve, grijze bril waardoor ik naar mezelf kek, heeft over de jaren heen een andere kleur gekregen: roze-achtig. Het is apart om te zeggen, maar ik ben mezelf steeds meer gaan meevallen. Dat hele proces van leren houden van mezelf heeft over de jaren heen innerlijk grond gevat. Ik heb telkens beetje bij beetje geleerd om vanuit zelfcompassie, mildheid en ethisch bewustzijn goed met mezelf om te gaan. En als ik toch nog weer eens innerlijk van leer trek tegen mezelf, dan ben ik er alert op en kijk naar de emotie of gedachte die me parten speelt. En ga ermee een soort van in gesprek.

Zestig jaar 
Over een paar maanden word ik zestig jaar. Toen ik jong was, voelde ik me uitgeblust en ‘oud’. Nu ik bijna zestig ben, voel ik me jong qua levensoptimisme. Ik haal uit mezelf wat erin zit. Zo wil ik ook kijken naar de komende tien jaar. Door het opstapelen van levenservaringen, kennis en wijsheid voel ik me rijk. Maar boven dit alles uit voel ik een apart soort van geborgenheid, een veilig voelen, een gevoel van gedragen worden. Dat ligt voor mij in dat Iets dat boven mij uitstijgt, want dat zorgt daarvoor. Ik heb door alle beproevingen heen ervaren dat er Iets is dat mij door alles heen draagt en door draagt. Ik hoef dat niet te beredeneren. Het is er. Niet alleen voor mij, maar voor iedereen. Ik ben een laatbloeier. Het is tijd om uit te delen. Natuurlijk heb ik van alles en nog wat voor mezelf nodig. Maar tegelijkertijd voel ik een kracht die bezit van mij heeft genomen. En juist door alle uitdagingen heen heeft dat zich kunnen ontwikkelen en ben ik geworden wie ik nu ben. Ik laat de geest nu waaien waarheen zij wil en het bloed kruipen waar het niet gaan kan.  

Zeventig jaar 
Er is veel gaande in de tijd waarin wij leven. Ik denk aan het natuurgeweld op allerlei plekken in deze wereld: overstromingen, bosbranden, enorme droogte, hele hoge temperaturen. Ik denk ook aan wat er op politiek niveau gaande is: wrede regimes die door moedige mensen aangevallen worden, farmaceutische industrieën die verworden zijn tot economische machines, dappere klokkenluiders die zich binnen de muren van gevangenissen bevinden. Wat zullen de  jaren twintig van deze 21e eeuw ons brengen? Iemand zei mij een tijd geleden alweer: de 21e eeuw is de eeuw van de waarheid. Wat zal en moet er allemaal aan het licht gebracht worden? En welk licht willen wij zelf uitstralen in dit tijdsgewricht? Ik geloof dat we uitgenodigd worden ons te manifesteren, hier en nu, juist in wie en wat we zijn vanuit een hogere inspiratie. 

Tachtig jaar en verder
Het pad omhoog is, zoals ik het zie, het gaan van een weg waarlangs dat Iets je meeneemt en je gaandeweg omvormt. Je ontvangt binnen die omvorming een groeiend vertrouwen waarop je kunt rusten, wat er ook in je of om je heen woedt. Je wordt steeds waarachtiger en komt in een nieuwe verbinding te staan met jezelf en met dat Iets, dat ik God noem. Daardoor kom je ook in een nieuwe verhouding tot je medemensen te staan. Dat Iets, daar kun je je op verlaten, want dat trekt zijn eigen spoor door de geschiedenis, breekt harten en handen open en neemt barrières van angst en tegenkracht weg. Bij het pad omhoog worden ons telkens nieuwe wegen gewezen, met mogelijkheden die ons verstand te boven gaan.

Previous
Previous

Popliedjes over licht voor donkere dagen

Next
Next

Diagnoses of puzzelstukjes